Ons cannelloni recept is het beste bewijs: zelf pasta maken is niet zo moeilijk. Afgezien van wat tijd en goede ingrediënten, heb je niet veel nodig. Vers geplukte wilde knoflook en verse spinazie (of snijbiet) verlengen de lente. Ricotta, Parmezaanse kaas en een fruitig-pittige tomatensaus - en niet te vergeten de in de oven gebakken mozzarella bovenop - maken het genot compleet. Dit is hoe een vakantie smaakt op een bord!

1. Kneed de bloem en de eieren tot een soepel deeg, dek af en laat 30 minuten rusten.
2. Was de wilde knoflookblaadjes en de spinazie grondig, droog af en hak grof. Zweet in een grote pan met olijfolie tot de blaadjes inzakken. Laat uitlekken en knijp krachtig uit, meng met geitenkaas, ricotta, citroenrasp, Parmezaan en broodkruim. Breng goed op smaak met zout, peper en nootmuskaat.
3. Schil de wortelen en de ui en snijd ze fijn. Maak de selderij schoon en hak eveneens fijn. Verhit de olie in een pan, voeg de groenten toe en bak ze zachtjes. Voeg de suiker toe en laat alles karamelliseren. Blus af met rode wijn en laat inkoken. Voeg de gezeefde tomaten toe aan de pan en laat ongeveer een half uur op matig vuur sudderen.

En zo vormt en vult u de cannelloni:

• Rol het pastadeeg uit in twee porties van ongeveer 2 mm dik. Snijd de pastavellen in stukken van ongeveer 9 × 14 cm en blancheer ze ongeveer 1 minuut in een pan met gezouten water. Haal ze eruit en leg ze op een schone keukenhanddoek.
• Giet de helft van de tomatensaus in een ovenschaal. Leg een beetje vulling op de korte kanten van elk deegvel en rol dan op naar het midden om een dubbele cannelloni te maken. Leg in de schaal met de gladde kant naar beneden.
• Bestrijk de cannelloni met de resterende tomatensaus.

Bak in een voorverwarmde oven op 180 °C boven/onder gedurende ongeveer 20 minuten.