Niewsbrief

Het goud van de tuinman. De compost

Compost is een van de oudste meststoffen en bodemverbeteraars: het wordt gemaakt van organische resten uit het huishouden en de tuin en levert een belangrijke bijdrage aan het gezond houden van de bodem en het voeden van de planten. De bodem wordt duurzaam verbeterd doordat compost zorgt voor een stabiele kruimelstructuur, een actief bodemleven rijk aan soorten en een goed lucht- en watervolume. Bovendien is goed gerijpte compost een volledig organische meststof die het gebruik van chemische meststoffen overbodig maakt. Compostering (ook wel rotting genoemd) is het biologische proces waarbij gemakkelijk bruikbaar organisch materiaal door bacteriën, schimmels en andere micro-organismen wordt omgezet in humusrijke compost.

Voor de afbraak hebben de levende organismen zuurstof nodig en, aangezien zij hun voedsel alleen in opgeloste vorm kunnen opnemen, ook water. Een goede verhouding tussen zuurstoftoevoer en watergehalte is dan ook een doorslaggevende voorwaarde voor het composteringsproces. Naast de genoemde micro-organismen spelen ook regenwormen een belangrijke rol: als geen ander dier zijn zij in staat organisch afval om te zetten in waardevolle compost. Onder hen zijn er uitgesproken specialisten, de zogenaamde compostwormen, die speciaal kunnen worden gebruikt om het rotten te bevorderen.

Warmte Composter Isolatie Plastic

In gesloten, goed geïsoleerde en optimaal geventileerde containers zoals deze, kunnen temperaturen tot 70 °C worden bereikt (uitgaande van de juiste vulling), en zelfs in de wintermaanden daalt de temperatuur meestal nooit tot het punt waarop de afbraak tot stilstand komt. De voor de afbraak noodzakelijke micro-organismen zijn dus het hele jaar door actief en produceren de begeerde voedselrijke, donkerebraun-kruimelige compost. Als de dekselkleppen niet worden neergelaten bij hogere buitentemperaturen in de zomer, helpt dit ook de luchtcirculatie in de composteerbak te reguleren.

De optimale composteerplaats

De optimale composteerplaats bestaat uit ten minste twee, bij voorkeur drie bakken. Al het (verse) afval wordt verzameld in de eerste en gecomposteerd in de tweede: Grof afval (maaisel van struiken) moet worden gemengd met fijn afval (maaisel van gazons), vochtig afval (fruitresten) met droog afval (herfstbladeren) en voedselrijk afval (groenteresten) met voedselarm afval (houtsnippers). Het afval mag niet worden samengeperst, want bij gebrek aan zuurstof zal het materiaal slechts onvolledig ontbinden - en dan een vieze geur verspreiden. Na ongeveer drie maanden wordt het half verrotte afval overgebracht: hetzij in dezelfde container, hetzij - eenvoudiger en grondiger - in een derde container. Deze overheveling bevordert de beluchting van de composthoop en leidt tot een verdere aanzienlijke vermindering van het volume ervan. De vers gedraaide compost bereikt het zogenaamde rijpheidsstadium na gemiddeld zeven maanden. De meeste bestanddelen zijn nu goed verteerd en de donkere humus ruikt naar bosgrond.