Laacher bord klein

Voor een plakje cake, een klein hapje tussendoor of als schoteltje.

Dit handgemaakte servies komt uit het keramiekatelier van de abdij van Maria Laach. Het uitgangspunt is de Laach soepkom, die gebruikt wordt voor de maaltijden in de eetzaal van de monniken. Deze eenvoudige kom van steengoed en ook de andere delen van het servies worden traditioneel gegoten met Westerwald-klei in gipsen mallen of gedraaid op de draaischijf (borden en mokken). Het glazuur is transparant en brengt de eigenschappen van de klei duidelijk naar voren; het is voedselveilig en geschikt voor de vaatwasser. Alle stukken zijn gemaakt met intensief materiaalgebruik en daardoor robuust, maar ze zijn dunner op plaatsen waar dat functioneel nodig is: op de randen van kopjes, kommen en mokken. De decoratie in Laacher Blau wordt met de hand aangebracht. De monniken gebruiken soms zelf het servies bij hun maaltijden.

De productie van keramische voorwerpen heeft een lange traditie op Benediktinerabtei Maria Laach in de Eifel. Het klooster ligt in een streek die al eeuwenlang bekend staat om dit ambacht. Vooral in Maria Laach beleefde het in het begin van de 20e eeuw een nieuwe bloeiperiode dankzij de door Bauhaus opgeleide monnik Theodor Bogler. Nadat het keramiekatelier slechts een schimmig bestaan leidde, werd het enkele jaren geleden heropend. Het wordt momenteel geleid door Fr. Stephan. De meester-keramist Gabi Schöneberger en de porseleinschilder Andrea Lange werken met hem samen. Vandaag wordt er weer gewerkt, zowel klassiek op de draaischijf als in het gietproces dat Bogler heeft opgezet.